De naam "cabriolet" is ontstaan uit het Franse woord "cabrioler", wat "springen" of "huppelen" betekent. Het woord werd oorspronkelijk gebruikt om een licht, tweewielig rijtuig met een inklapbaar dak aan te duiden. Dit type rijtuig werd in de 18e eeuw populair in Frankrijk en werd vaak gebruikt voor vervoer over korte afstanden. Het dak kon worden neergeklapt of verwijderd, waardoor de passagiers in staat waren om te genieten van de buitenlucht tijdens het rijden. De term "cabriolet" werd later overgenomen in de autowereld om een auto aan te duiden met een inklapbaar of volledig verwijderbaar dak, waardoor de inzittenden een open rijervaring konden hebben. Zo, hebben wij vandaag ook weer wat geleerd.
Er is overigens een prima reden waarom de cabrio in Nederlands alleen een liefhebbers auto is. Heeft alles te maken met het weer. Wij hebben gewoon wat vaker bagger weer en maar een relatief korte lente en zomer qua zonnedagen. Vragen wij ons dus af de proefrit van de knakker in het blauwe wagentje hem ervan heeft overtuigd om zo een bakkie aan te schaffen. Denk het niet he?
Plaats reactie
0 reacties