Voor de invoering van de euro op 1 januari 2002 had Nederland uiteraard zijn eigen valuta, de Nederlandse gulden. Daarbij hadden we ook ons eigen bankbiljetten, naast de muntjes van 5 cent, 10 cent (ook wel dubbeltje genoemd), 25 cent (ook bekend als kwartje), de 1 gulden (beroemd als de piek), en de tweeënhalve gulden, ook wel de rijksdaalder of de knaak genoemd. Tevens was er nog een vijfje, 5 gulden in muntvorm.
Qua papiergeld hadden we de 10, 25, 50, 100, 250, 500 en 1000 gulden. Tientje, geeltje, zonnebloem, meier, vuurtoren en het rooitje of rug, ook wel bekend als een rooie rug.
Allemaal geschiedenis, en daar heb je verder niet zo heel veel aan, al is een beetje terugkijken soms wel even grappig. Zie in de volgende video een paar van de oude bankbiljetten die vroeger dagelijks door de handen van Nederlanders gingen. Nog steeds toch wel stoer qua design, en een klein tripje down memory lane voor de oudjes onder ons.
Lees het artikel op de mobiele website