Op 26 april 1986 vond de grootste kernramp in de geschiedenis plaats in Tsjernobyl. De reactor ontplofte en brandde een deel van de centrale af. Tientallen mensen overleden aan de gevolgen, duizenden kregen kanker en de straling is nog altijd meetbaar. Een enorme sarcofaag sluit de centrale nu af. Deze sarcofaag is een enorme huls van 110 meter hoog, 260 meter lang en 165 meter breed. Er zou met gemak een kathedraal in passen, maar dus ook een kerncentrale. Hij is gemaakt van roestvrij staal en beton, en er is zes jaar aan gewerkt. De bouwplaats ligt naast de centrale, vanwege de straling kon hij niet direct op de ruïne worden gebouwd. Het gevaarte van 35 miljoen kilo werd over ruim 300 meter verplaatst, van de bouwplaats naar de centrale. Het stond op 116 sleeschoenen, een soort rolschaatsen die per stuk 700 ton kunnen dragen. Na de ramp werd meteen een betonnen laag om de reactor heen gebouwd, maar daar zijn intussen scheuren in gekomen. Er ligt nog altijd radioactief materiaal binnen: experts schatten zo'n 200 ton verrijkt uranium. De bouw van een nieuwe sarcofaag begon in 2010 en heeft ernstige vertraging opgelopen. In de tussentijd zijn delen van het gebouw ingestort door ouderdom of slechte reparatie na de ramp. De nieuwe huls is nu over de reactor én over de betonnen beschermingslaag van 1986 geschoven. Hij heeft twee functies: het zwaar beschadigde gebouw wordt zo beschermd tegen regen en wind, om te voorkomen dat het verder instort. En binnen kan men beginnen met sloop- en opruimwerk. Straling die daarbij vrijkomt, dringt dan niet meer naar buiten, de kap moet dat tegenhouden.
Plaats reactie
0 reacties