De juichcapes, plakplaatjes en Johan Derksen-snorren liggen weer in de la en de straten hebben hun alledaagse look weer aangenomen. De vraag waarom het weer niet lukte, daar gaan we onze vingers niet aan branden. Om het een beetje positief te houden, kunnen we wel vertellen waarom het in 1988 wél lukte. Vier redenen.
Sponsoren waren bijzaak
Er waren wel sponsoren, maar de shirtreclame (alleen bij clubteams) stond nog in de kinderschoenen. Via diverse Feyenoordshirts kon je bijvoorbeeld je goedkoopste autoverzekering vinden. Verzekeraar Nationale Nederlanden merkte je nauwelijks op en vliegmaatschappij Transavia kwam alleen in beeld tijdens de terugvlucht naar Nederland. De onrust na het weghalen van enkele flesjes van een bekend frisdrankmerk tijdens een persconferentie of de strijd tussen supermarktketens om de goedkeuring van de KNVB, dat zou in 1988 niet voorkomen.
We hadden veruit het hoogste snorren-gemiddelde
Onze jongens hadden indrukwekkende snorren die de tegenstanders de nodige angst inboezemden. Het was niet de grinta van de gebroeders Koeman of de sierlijke steekpasses van Arnold Mühren, nee, het waren de snorren die het hem deden. Berry van Aerle, Jan Wouters, Adri van Tiggelen, Frank Rijkaard, Ruud Gullit en de reservespelers Sjaak Troost, Hendrie Krüzen en Aron Winter, dat is een bijzonder hoog snorren-gemiddelde. Geen ander elftal, ook het Duitse niet, had zo intimiderend veel haar op de bovenlip.
We hadden het spitsentafeltje dat Marco scherp hield
Achter de ster van het toernooi, Marco van Basten, was er een drietal reserves dat hem scherp hield door op de achtergrond ruim twee weken lang hoorbaar te mokken aan het zogenaamde spitsentafeltje. Johnny Bosman, John van 't Schip en Wim Kieft, ze baalden als een stekker dat ze geen (of nauwelijks) heldenrollen speelden. Vooral Kieft was één brok chagrijn, vertelt hij in zijn biografie. Hij had verdorie net een Europacup I gewonnen en in de Eredivisie was hij topscorer, toch kreeg hij geen basisplaats. De huidig Veronica Inside-analist heeft geen leuke herinnering aan dat EK en zou die kopbal tegen Ierland dan ook het liefst uit het collectieve geheugen verwijderen.
We hadden het lelijkste Oranje-shirt ooit
Het Oranje-tricot moet pijn gedaan hebben aan de ogen van de Engelsen, de Ieren en de Duitsers. Tegen de geheel in het wit geklede Sovjet-Unie kwamen daar tot overmaat van ramp ook nog fel glimmende oranje broekjes bij, die gigantisch vloekten met het vale shirt. Igor Belanov, ze zeggen dat hij geïntimideerd werd door doelman Hans van Breukelen, maar die stond zich tijdens zijn penalty gewoon nog steeds af te vragen welke stilist in hemelsnaam, voor de finale nota bene, zo'n outfit bij elkaar had gescharreld.
Plaats reactie
0 reacties